Nadat ik mezelf heb geïnstalleerd in m’n onderkomen, gedoucht heb en wat praatjes heb gemaakt merk ik dat ik heel erg moe ben. De adrenaline zakt wat weg en zodra ik even op m’n bed lig voel ik me snel wegzakken. Ondanks het lawaai rondom het terrein van toeterende auto’s en scooters, knetterende motoren, blaffende straathonden, loeiende straatkoeien en de warmte (geen airco maar wel een ventilator aan ‘t plafond) val ik in slaap. Even later word ik verdwaasd weer wakker (‘Waar ben ik? Hoe laat is ‘t?’). Het is 15 uur. Jet-lag tijd.
Ik hang nog wat op een van de gezellige ligplekken in de binnentuin om moed te verzamelen om de poort uit te stappen. Ik heb honger en ondanks dat het wat intimiderend aanvoelt ook zin om de omgeving te gaan bekijken. Zo’n eerste keer de straat op is net zo’n moment als door de douane stappen. Spannend en leuk te gelijk.
Niet veel later slof ik het pad af de stoffige straat op. De temperatuur is serieus; 34 graden, maar gelukkig waait het een beetje dus is het nog net te doen. Voor me lopen de eerste backpackers in ontbloot bovenlijf, dreadlocks en Krishna tattoos. Goa, en zeker Anjuna, is bekend geworden door de hippies die hier eind jaren 60 neerstreken. En dat is nooit opgehouden. Goa is de kleinste provincie van India en werd al ergens in de 16e eeuw door de Portugezen gekoloniseerd. De plaatsnamen zijn dan ook vooral Portugees (Assagao, Anjuna, Vagator). En er wordt sinds die tijd ook al flink op los gefeest hier, eerst door Portugese zeevaarders en veel later door de ingevlogen hippies.
Toen in de jaren 90 de house-boom ook in Goa aanspoelde ontstond hier een nieuwe stroming; de Goa trance. Goa trance is trance, maar dan (nog) sneller, harder en psychedelischer (veel bliepjes). De feesten in Goa zijn beroemd en berucht, en geholpen door busladingen drugs konden de feesten in midden en eind jaren 90 zomaar een paar dagen doorgaan. De eindeloze feesten liepen uit de hand en de lokale overheid besloot wat regels op te stellen; geen openlucht-muziek meer tussen 22 uur ‘s avonds en 6 uur ‘s ochtends. Tot opluchting van de omwonenden. Alleen... toen ik woensdagochtend vroeg aankwam in m’n verblijf The Sunny Cow, hoor ik tussen het rustgevende gekwetter van tropische vogels door af en toe vlagen beukende trance van het strand komen.
Nadat ik wat heb gegeten in een klein restaurantje, Oasis, loop ik die eerste middag het strand van Anjuna naar het zuiden af. Uit bijna iedere uit bamboe opgetrokken strandtent komt knetterharde Goa trance. Ik kan mezelf nauwelijks horen nadenken, maar op de strandbedden voor de tenten liggen verveelde toeristen (veel dikke, witte Russen, of Witrussen) onderuit gezakt bier te drinken. Alsof er niks aan hand is.
Ik heb mezelf een paar dagen gegeven om te wennen aan de temperatuur en het tijdsverschil voordat ik zaterdag m’n yoga-retreat in zal gaan. Dus ik lig de eerste twee dagen aan het strand, onderuit gezakt op een strandbed, als een verveelde Rus bier te drinken. Met op de achtergrond knetterharde Goa trance.
Restaurant Oasis wordt m’n vaste hangout, waar ik iedere dag lekker eet, voor heel weinig. De rest van Anjuna kan me niet echt boeien. Veel toeristen, Indisch, Europees, maar voornamelijk Russische gezinnen en jongeren. Zelfs de menukaarten zijn deels in ‘t Russisch.
Deze eerste dagen zijn bedoeld om te wennen aan de temperatuur en vochtigheid, en alvast even van ‘t strand te genieten. Want mooi is het zeker. Palmen, wit zand, zon, koud bier en een warme zee die zich uitstrekt tot aan de oliestaten Oman en Jemen.
Als ik de volgende dag midden in Anjuna bij een geldautomaat wil pinnen, staat binnen in het kleine hokje iemand met een misprijzend gezicht en wilde gebaren op de geldmachine te vloeken. Een Fransman uiteraard. “Zet fucking machine is not working!”. Mij lukt ‘t wel om te pinnen en bij het naar buiten gaan maak ik nog een kort praatje met de grappige Fransoos. “I need ze money for ze scooter joe noo”, “I hev no more petrol, merde!”. Ik wens ‘m succes bij een van de weinige andere automaten en vervolg m’n weg, op naar ‘t strand.
Op zaterdagochtend check ik mezelf uit bij m’n leuke verblijf “The Sunny Cow”, ik neem afscheid van de andere gasten (drie op leeftijd zijnde vriendinnen uit Denemarken - een ervan is al oma - die gezellig zitten te blowen) en de supervriendelijke manager, Francis. Ik regel een taxi om eindelijk richting m’n retreat te gaan. Ik ben behoorlijk opgewonden en heel nieuwsgierig naar hoe het er zal zijn, de lessen, de docenten, de overige studenten en m’n toekomstige room-mate. Ik heb nog geen idee.
Na een half uurtje rijden word ik afgezet bij de poort van het mooie Purple Valley Yoga retreat. Het ziet er direct al schitterend uit. Ik word hartelijk ontvangen en maak kennis met wat mensen van de staf. Ook blijkt m’n nieuwe room-mate er al te zijn; hij heet Dominique, jaar of vijftig, uit Frankrijk. Maar wacht eens even... zie ik het nou goed? Jawel hoor, het is dezelfde gast met wie ik een korte ontmoeting had bij de geldautomaat in Anjuna! We herkennen elkaar direct en moeten lachen om dit mooie toeval. We klikken goed dus dat gaat wel goed komen de komende weken.
Langzaam druppelen de andere gasten binnen. Veel dames uit alle hoeken van de wereld, meesten al wat ouder, maar ook een paar jonkies. Om 18 uur is er een welkomst-meeting met de staf en de docenten. Iedereen is nog een beetje onwennig, maar het socializen kan met het heerlijke avondeten beginnen.
Zondagochtend 7 uur volgt m’n eerste yoga-sessie. 5:30 uur mag ook, maar die bewaar ik nog even voor een andere keer. We hebben nog twee weken yoga, workshops, ademhalingsoefeningen (pranayama), luieren, zwemmen en massages te gaan!