Terwijl ik dit schrijf is het vrijdag. Onze laatste dag in het retreat. Inmiddels zijn er twee weken verstreken. En wat een heerlijke ervaring was het.

Er zijn zo’n veertig gasten vanuit alle hoeken van de wereld. Veel uit Europa (veel uit Scandinavië vanwege de Finse docent), maar er zijn ook gasten uit de U.S., Afrika en Azië. Er zijn een aantal gasten met weinig of geen yoga-ervaring, maar er zijn er ook bij die al 15 jaar bezig zijn. Met mijn drie jaar ervaring hang ik nog ergens aan ‘t begin. Niet dat het iets uitmaakt want yoga is geen sport en zeker geen competitie Ook al ziet het er soms fanatiek uit, in de kern is het een meditatieve oefening. En is yoga iets voor het leven.

De dagelijkse sessies vroeg in de ochtend waren magisch. Wekker om 6 uur en na een douche en een kop thee op de slippers de schitterende tropische tuin aflopen – terwijl het licht wordt buiten – op weg naar de Shala (de ruimte waar yoga wordt beoefent) heeft iets heel bijzonders. We stappen de ruimte binnen waar vaak al een groepje mensen bezig is die om 5:30 uur zijn begonnen. De Shala is schaars verlicht, er heerst stilte op de diepe ademhalingen na, en de ruimte heeft de energie van een tempel. Iedereen doet z’n eigen ding, oftewel: self-practice. De serie houdingen ligt vast, maar iedereen doet ‘t op z’n eigen tempo en niveau.

M’n eigen practice duurt zo’n uur en driekwartier. Ik doe voor het eerst de volledige eerste serie (de zgn. Full-Primary) vijf dagen achter elkaar plus op de vrijdag de geleide serie, waarin de docent het tempo aangeeft en iedereen dus hetzelfde ritme aanhoudt. Ashtanga yoga draait om een vaste series houdingen die worden uitgevoerd op het ritme van je eigen diepe ademhaling; dit zorgt ervoor dat het vuurtje binnenin hoog wordt opgestookt, je bloed opwarmt en je (ik) als een paard begint te zweten. Na afloop lijkt ‘t alsof ik heb gezwommen.

Ik deel m’n kamer met Dominique, de Fransman van in de 50. Hij woont met zijn vrouw in Nigeria (“Iet ies ze worst place in ze world!”). Hij is grappig. Hij vloekt en tiert op alles dat ‘m niet zint, vooral op zichzelf. Ooit was hij een actieveling die met blote handen bergen bedwong, weer afdaalde per ski, tussen door aan boksen deed, en links en rechts wat andere sporten. Zeker geen typische wijndrinker. Maar hij is nu ouder, heeft een knie die niet meer wil meewerken, een rug die op slot zit, etc. Maar dat is niet ‘t ergste: hij is in gevecht met z’n ego, die nadrukkelijk de kop opsteek als hij worstelt in de uitdagende houdingen. In de eerste week is hij al een paar keer boos de Shala uitgelopen, terug naar de kamer. Gelukkig kan hij er de humor ook wel van inzien en maken we verder veel lol. De tweede week werd het helaas niet veel beter. In een kort onderonsje met de docent begrijp ik dat het in Frankrijk vaak zo gaat; hij moet daar meestal twee keer zo hard werken om de klagende Fransen een beetje in bedwang te houden...

Mijn eigen ego houdt zich ook niet altijd stil trouwens. Zeker niet halverwege de eerste week. Ik sliep een paar nachten slecht, was moe, m’n lichaam was stram en ik wilde eigenlijk gewoon heel erg graag in m’n bed blijven liggen. Maar ik ging toch. En terwijl ik met tegenzin op m’n mat stap om te beginnen aan de serie probeert dat vervelende stemmetje in m’n hoofd me van alle kanten onderuit te halen: “je bent te oud voor deze onzin”, “die mensen hier zijn allemaal gek”, “ga toch lekker naar bed jongen”, “sloof je toch niet zo uit”, “doe maar lekker een korte sessie, kruip je daarna lekker terug in bed”, etc. Ondanks dit interne geleuter ben ik toch maar begonnen, heb ik de hele serie gedaan, en was het uiteindelijk een van de betere sessies van de week. Ik zweefde na afloop terug naar m’n kamer. Het stemmetje was weg. Ha!

De docent waarom we hier zijn, Petri Raïsanen, is een fenomeen. Hij is een kop kleiner dan ik, maar als ik naast ‘m sta voel ik me vrij nietig. Hij is zo iemand waarvan je aan alle kanten voelt dat hij tot in iedere vezel yoga ‘is’. Opgeleid in India door de guru van Ashtanga; Pathabi Jois, en een grootheid in deze wereld. Mocht er een aardverschuiving plaatsvinden dan is hij waarschijnlijk de enige die ongedeerd overeind blijft terwijl alles en iedereen eromheen instort. Met diep liggende ogen die echt Zien, die door je heen kijken, zo lijkt ‘t. Het voelt als een voorrecht om onder zijn leiding ons ding te doen. Zijn adjustments (hulp in de houdingen) zijn zacht maar krachtig. Je lichaam blijkt onder zijn handen dingen te kunnen waarvan je dacht dat ‘t onmogelijk was (Supta Kurmasana, anyone?). Bijzonder om te ervaren. En hij doet ‘t niet alleen; zijn vrouw Wambui en drie andere docenten helpen mee om iedereen de aandacht te geven die ze nodig hebben.

Aankomende dagen vertrekt iedereen, sommigen vandaag al, de meesten morgen. We zijn de afgelopen weken toch een beetje aan elkaar gehecht geraakt. De gesprekken die we voeren zijn soms diep en persoonlijk. We helpen elkaar waar we kunnen. Er rolt hier en daar zelfs een traan. Yoga is niet alleen rekken en strekken, al lijkt dat op het eerste gezicht zo. De therapeutische werking moet niet worden onderschat. Het werkt op zoveel meer en diepere lagen. Zo kan het zomaar gebeuren dat er na de practice emoties loskomen, zonder directe aanleiding. We slaan veel op in ons lichaam, en de asana practice (de houdingen) kan helpen de opgeslagen of weggestopte emoties en gevoelens los te weken. Dat ruimt lekker op. Maar wat de meesten steeds opnieuw naar de mat trekt is toch het gevoel dat je meeneemt in het gewone leven, naast de mat. Waarom zou je zo gek zijn om zo vroeg in de ochtend jezelf vrijwillig in allerlei halsbrekende houdingen te wringen als er ook niet iets moois tegenover stond? Meer balans, flexibeler en sterker, zowel fysiek als mentaal, meer rust, een beter persoon worden, niet alleen voor jezelf maar ook voor je omgeving. Ik vind dat een goede deal.

De rest van onze dagen word gevuld met zwemmen, massages, eten, kletsen, met groepjes naar het strand gaan, workshops volgen, etc. Hard werk. Om het ritme wat te breken heb ik vrijdagavond wat mensen overtuigd om mee te gaan naar een Ecstatic-dance feestje, zo’n half uurtje rijden per taxi hier vandaan. Ecstatic feestjes vind je overal ter wereld; er wordt vrij gedanst, niet gesproken op de dansvloer, geen alcohol, geen drugs, er word niet gerookt, en nog beter; geen telefoons. Het kan een beetje hippie-achtig aan doen, maar wat maakt dat uit? Liever dat dan geestdodende Goa-trance. Zelfs de meest nuchtere meegekomen twijfelaars stonden binnen een halve minuut met een grote glimlach op de dansvloer extatisch met hun armen te zwaaien. In de tropisch warme avond met deze leuke mensen lekker dansen onder een grote tropische oerboom was een heerlijke ervaring.

En nu is het retreat bijna voorbij. Iedereen waaiert weer uit over de wereld. Sommigen gaan verder met hun reis, veel mensen gaan naar huis. Ik ben dankbaar dat ik dit heb mee mogen maken. De omgeving, de docenten, de vroege sessies, en vooral de leuke gesprekken met de mooie mensen hier maakten het tot een heerlijke ervaring.

Mijn reis begint misschien morgen pas echt. Ik volg een paar gasten naar zuid Goa, om daar nog wat strand ontspanning op te zoeken voordat ik aankomende dinsdag (eindelijk) het land in trek richting Hampi.

Namaste!