De laatste nacht in Yogyakarta wordt afgesloten met een etentje bij een hip Mexicaanse restaurantje. Samen met een andere gasten van m’n b&b, een heel timide maar reusachtig stel uit Ukraine gaan we samen met Chupriit en twee Indonesische gasten op pad. De eigenaars van het restaurantje zij weer vrienden van de hosts van m’n b&b. Het tentje is een kleine, coole lokale hang-out met graffiti op de binnenmuren en hiphop uit de speakers. We eten voor op de stoep op lage kratjes aan lage tafeltjes in de tropisch hete avond een paar chicken quesedillas en drinken wat biertjes. Na deze opwarmer gaan twee jongens op een scooter de nacht in om niet veel later terug te komen met een verdacht uitziende vloeistof in oude salolieflessen. Het is zelfgebrouwen wijn-achtige bocht gemaakt van snake-fruit. Het smaakt naar rode wijn, maar dan uit de sloot, van drie jaar terug. Maar het werkt. De stemming zit er weer goed in en het is een leuke afsluiter van m’n dagen in Yogya. Ik ga hier veel minder graag weg dan uit Bandung. Dit is - volgens velen - een van de leukste steden van Indonesië, met naast de tradionele ook een bloeiende, jonge kunst, muziek en straatcultuur. Ik zal m'n vriendjes en de b&b missen. Ik moet 's morgens vroeg op om m’n trein van 7:20 uur richting Malang te pakken dus ik heb me ingehouden qua inname maar 's nachts wordt ik om vier uur toch wakker met pijnlijke maagkrampen. Misschien dat verdachte goedje? Of de chicken quesedillas? Of allebei… Gelukkig val ik weer even in slaap en zit zo om 6:45 uur op tijd in een bejak richting het station, uitgezwaaid door toffe Chupriit.

De rit naar Malang zal dik 8 uur in beslag nemen en helaas heb ik onderweg nog steeds last van de om de zoveel tijd terugkerende maagkrampen. Het moest er een keer van komen natuurlijk, het hoort er een beetje bij hier. Gelukkig maakt het uitzicht veel goed en dit keer doet de airco het wel de hele rit. Het bezoek aan het rijdende, hobbellende en schuddende hurktoilet zal ik je verder maar besparen.

Ik ben op weg naar Malang, oost-Java. Vanuit Malang zou het mogelijk zijn om tours richting de Bromo vulkaan te boeken en zou de omgeving e.e.a. te bieden te hebben. Nadat je op de landkaart of uit de gids iets hebt uitgekozen dan maak je je altijd een voorstelling van hoe iets er uit zal zien. Ik verwachtte een rustige, beetje koloniaal/dorpachtige setting aan te treffen maar ook hier is het een geweldige drukte (er wonen slechts 1.3 miljoen mensen). Dus zodra je het kleine stationnetje uitloopt is het weer even een verrassing waar je in terecht komt. Ik stap in een bejak en die brengt me naar m’n onderkomen. Jona’s Homestay heet het, en het is gevestigd in een oude, kolossale Nederlandse villa aan een lommerrijke laan (die vroeger de Emmalaan heette, naast de Julianalaan). Malang was een favoriete plek voor de Nederlandse kolonisten aangezien het hier net een paar graden koeler is dan in de lagere steden. In de afgeleefde villa woont nu een Indonesische familie met naar ik vermoed een aantal kinderen, maar geen idee wie bij wie hoort. De kinderen doen het werk en opa schuifelt vermoeid met een gedoofde peuk in z’n mondhoek stoïcijns over betegelde vloeren van de villa. Misschien zoekt ie z’n aansteker. De sfeer is wat onverschillig dus dat is weer even wennen na het gezellige Yogyakarta. Ik heb hier een budgetkamertje geboekt, maar de kamer zelf is niet meer dan een kippenhok met random stukken verkleurd behang en muurtjes zo dun als vloeipapier. En aangezien m’n maag zich al bij een eerste aanblik afkeurend omdraait vraag ik om een kamer met airco, douche en wc. Én een rol toiletpapier, en rap een beetje! Jammer genoeg zijn de andere kamers bezet dus hier moeten we het toch maar mee doen vanavond. Wc-papier is gelukkig wel beschikbaar (run Forest, run!).

Tikkeltje teleurgesteld loop ik een tijdje later op m’n slippertjes het warme Malang in op zoek naar een restaurant. Ik moet wel blijven eten en drinken natuurlijk. Eerst nog even langs bij een hotel in de buurt van waar uit diverse tours worden georganiseerd. Maar omdat het laagseizoen is en er nauwelijks toeristen zijn, is het om alleen op zo’n vulkaan-tour te gaan relatief duur. Ook kun je niet echt óp de dichtbij gelegen Bromo vulkaan komen maar van een uitzichtpunt bekijken. Hmm.. Eerst maar eens eten zoeken en nadenken.

Ik neem plaats in de terrastuin van een netjes uitziend restaurant. Vandaag maar even geen eten van de straathoek. Het is nog vroeg dus het talrijke personeel geint en hangt wat rond. Het restaurant is groot met veel bamboe en vrolijke gekleurde verlichting. Langzaam druppelen er wat families binnen. Het terras wordt zodra ik de fou-yong-hai naar binnen werk opgevrolijkt door de lokale toetsenist en bijpassende zangeres. De deuntjes klinken vaag op Engels maar helemaal zeker weten doe ik het niet. Het eten smaakt goed en blijft binnen.

Terug in m’n homestay maak ik een praatje met Anna, de op het oog ook stoïcijnse maar aardige eigenaresse op leeftijd. Gelukkig krijg ik een andere kamer met een groot bed en airco. Ook zit er iets dat lijkt op een wc/badkamer bij deze kamer maar er komt naast wat vage waterdruppels vooral veel gerochel uit de kraan. De laatste warme douche is ruim een week geleden en had er nu heul graag een gehad. Nog even geduld maar. Ik ga op tijd naar bed en hoop dat m’n maag zich een beetje koest houdt. Het bed is oud maar degelijk dus ik slaap goed.

Ik voel me de volgende ochtend eigenlijk prima, behalve dat m’n maag nog niet helemaal wil meewerken. Ik praat bij het ontbijt met de enige andere gast, een Hongaarse meneer die stiekum uit een georganiseerde vakantiereis is gevlucht en nu op eigen houtje rondreist, hij heeft nog wat goeie tips. Jammer van die maag maar ik besluit toch om een scooter te huren vandaag. Rondom Malang liggen een aantal tempeltjes en ik wil eigenlijk het platteland wel eens in, een beetje de rust opzoeken. Zo rijd ik om 11 uur het terrein af en ga met een geprint plattegrondje op pad. Men rijdt hier trouwens aan de linkerkant van de weg dus het duurt even voordat ik doorheb waar wat vandaan komt. Dat is sowieso vrij willekeurig hier maar het went. Zodra ik de stad uit ben wordt de omgeving groener en ruimer. Rijstvelden, palmen met op de achtergrond het vulkaanlandschap. Heel erg mooi.

Stofhappen

Maar echt rustig of stil wordt het nergens. Java is een extreem dichtbevolkt eiland (124 miljoen mensen op een oppervlak drie keer zo groot als Nederland) dus er is tot nu toe nog enkele plek geweest waar niks of niemand was. Toch geeft het een avontuurlijk gevoel om hier op slippers en in t-shirt (de zon schijnt volop vandaag) rond te crossen. Het duurt een uur voordat ik de weg kwijtraak. Ik stop bij een benzinepomp om op m’n kaartje te kijken. De scooter zet ik af. Ik ben te ver gereden dus ik moet weer terug maar wat ik ook probeer: ik krijg m’n scooter niet meer aan de praat… Daar sta je dan, met je falende scooter. Ik loop een tijdje te prutsen en te vloeken en probeer alle knopjes en schuifjes voordat er in m’n ooghoek een glimlachende gozer van de pomp aan komt lopen. Zonder wat te zeggen klapt ie resoluut de standaard van m’n scooter in en drukt op de start-knop: broem. Het overige personeel van de pomp ligt in een deuk en ik voel me… vrij dom :-) Lachend en toeterend vervolg ik m’n weg.

De tempel blijkt niet spectaculair te zijn, meer een hoop oude gegraveerde stenen. Bij de tempel hangen ook weer wat verlegen jonge studenten rond en ook deze willen met me op de foto en een praatje maken. Het blijft leuk. Na zelf een paar foto’s gemaakt te hebben van de berg stenen ga ik weer terug richting Malang want ik wil nog wat anders bezoeken. Helaas lukt dat niet echt want ik raak verstrikt in het drukke en knetterende verkeer. De uitlaatgassen en stof zijn niet te harden dus zodra zich de mogelijkheid voordoet draai ik ergens linksaf een weg in, geen idee waarheen. Weg van de hoofdweg. Het wordt wat rustiger, maar nog steeds druk. Dus ik sla nog een keer linksaf een mini-weggetje in en kom nu eindelijk op het platteland. Dit is leuk. Ik weet ongeveer waar Malang ligt dus zigzag zo een tijd over de kleine weggetjes, door dorpjes en rijstvelden, nageroepen door de bewoners (bule!).

Nieuwe ronde

Terug in Malang is m’n maag nog steeds niet bepaald vrolijk dus hang ik maar wat op m’n bed. Ik merk dat ik beetje moe ben van alle drukte en het verkeer en kijk uit naar een tijdje Ontspanning & Recreatie, bij voorkeur op een wit strand met palmbomen en een blauwe zee en in m’n hand een lekkere cocktail. Kortom, het wordt tijd om weer verder te gaan, richting het oosten, richting Bali en Lombok. Maar ik ben hier niet voor niks gekomen. Gelukkig vind ik de volgende dag, nadat ik goed heb ontbeten en wat heb uitgerust op m’n bed, bij het tourbureautje een Nederlandse meid waarmee ik samen een tour boek voor het bezoeken van de Bromo, dan verder naar het oosten, richting het Ijen plateau (spreek uit; ie-djen). Daar wordt na een nachtje homestay de Ijen vulkaan beklommen en tot slot worden we dezelfde middag afgezet op het meest oosterse puntje van Java, de havenplaats Ketapang om daar de ferry naar Bali te pakken. Hiephoi!

De komende dagen worden vrij zwaar denk ik; we worden al om 1 uur vannacht opgehaald om op tijd te zijn voor de zonsopkomst. Gelukkig is m’n maag ietsjes rustiger en de wc-bezoekjes iets minder frequent. Tijd voor weer een nieuw avontuur!